Een gemeenschappelijke externe strategie voor effectieve belastingheffing moet gebaseerd zijn op duidelijke, coherente en internationaal erkende criteria voor goed fiscaal bestuur die ten aanzien van derde landen consistent worden toegepast.
In 2012 verstrekte de Commissie het Parlement en de Raad een aanbeveling met betrekking tot maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen 5 . In de aanbeveling werden lidstaten aangemoedigd om transparantie, inlichtingenuitwisseling en eerlijke belastingconcurrentie te gebruiken als de drie criteria om belastingregimes van derde landen te beoordelen en waar nodig gemeenschappelijke tegenmaatregelen te nemen. De aanbeveling is in mei 2013 door de EU-ministers van Financiën in de Raad Ecofin goedgekeurd en in het platform inzake goed fiscaal bestuur uitvoerig door deskundigen van de lidstaten en belanghebbenden besproken.
Ondanks een algemene consensus over deze aanpak is echter uit de werkzaamheden van het platform gebleken dat lidstaten een lappendeken van de aanbevolen criteria hebben gemaakt of de criteria zelfs helemaal niet hebben gebruikt. En tussen de lidstaten die deze criteria wel hebben gebruikt, bestaan inconsistenties in de wijze waarop de criteria worden uitgelegd en toegepast. Uit besprekingen met lidstaten, leden van het Europees Parlement, belanghebbenden en internationale partners kwam naar voren dat er dringend behoefte is aan een duidelijkere en meer coherente toepassing van EU-criteria voor goed fiscaal bestuur ten aanzien van derde landen.
Bovendien zijn er in de drie jaar na de aanbeveling een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van goed fiscaal bestuur geweest waardoor actualisering van de EU-criteria is vereist.